|
|
|
Detail uit een advertentie (F4, 27-8-1965)
|
|
|
Het CEDO-slot
|
Het Cedo-slot is een ringvormig combinatieslot van Deense
makelij dat vanaf begin jaren 60 tot in de jaren 80 in verschillende landen werd verkocht, ook in
Nederland. Het bijzondere van dit slot is dat er niet meerdere hendels, ringen of knopjes zijn die in
verschillende standen gezet kunnen worden en zo de combinatie vormen waarmee het slot open gaat, maar
alleen één grote reflectorknop in het midden. Deze kan vanuit de middenpositie in drie richtingen bewogen
worden: naar rechts, links en omhoog. De combinatie waarmee het slot te openen is bestaat uit meerdere
stappen, en één stap bestaat er uit de knop een bepaald aantal keren in een van deze drie richtingen te
bewegen. De koper van een Cedo-slot kreeg een miniatuurslotje mee met op de achterkant de combinatie om
het slot te kunnen openen.
Voor dieven is het vrij lastig om dit combinatieslot met zijn afwijkende
bouw op gevoel te openen. Natuurlijk bestaat het slot louter uit onderdelen van dun, zacht blik en is het
tegenwoordig niet meer bestand tegen het geweld van een gewone fietsendief. Maar bij verschijnen in de
jaren 60 was het nog wel een probaat middel tegen gelegenheidsdieven. Het slot duikt nog steeds
regelmatig op, de meeste verzamelaars kennen het. Het moet dus in redelijk grote aantallen zijn verkocht,
in Nederland maar ook in veel andere landen binnen en buiten Europa.
Enige tijd geleden kwam ik in contact met Ernest Wolf, de vroegere importeur
van het Cedo-slot in de Verenigde Staten. Hij had nog een originele master code list van de fabrikant
waarop de serienummers met bijbehorende codes van een deel van de geproduceerde Cedo-sloten vermeld staan.
Met deze lijst heeft hij de afgelopen jaren via internet regelmatig eigenaren van een Cedo-slot kunnen
helpen die de code kwijt waren. Om leeftijdsredenen heeft hij deze service inmiddels aan mij overgedragen
(zie onderaan deze pagina) en ging ik me in de achtergronden van dit slot verdiepen.
Geschiedenis
Het Cedo-slot kwam in Nederland in 1961 op de markt.
Importeur Philip Druijf uit Amsterdam - mogelijk familie van de directeuren van rijwielfabrikant Maxwell -
begon in maart van dat jaar een advertentieserie in het rijwielvakblad F4. De tekst luidde:
"Cedo-televisie - sleutelloos rijwielslot - door de politie voor de televisie aangemerkt als het
betrouwbaarste slot tegen rijwieldiefstal. Onbeperkt aantal code-sluitingen. Uw grossier heeft ze in
voorraad." Er werd dus kennelijk zelfs op televisie aandacht besteed aan dit nieuwe fietsslot. Of de
introductie in het moederland Denemarken ook in 1961 plaatsvond of al jaren eerder is onduidelijk, zie ook
het hoofdstuk over de octrooien.
Tussen 1961 en 1964 ging het importeurschap voor het Cedo-slot over op de
firma Paul G. Kleeberg in Amsterdam, een in de rijwielbranche zeer bekende handelsagent. In de
jaren 70 trad naast Kleeberg ook de firma Gebr. Zur Lage ("Zurla") uit Utrecht als
Cedo-importeur op.
|
Briefhoofd van de firma Cedo
op een brief van 1969 (verzameling Ernest Wolf)
|
Over de firma Cedo A/S zelf is veel onduidelijk, ook
bijvoorbeeld de betekenis van de naam Cedo. Is het misschien een anagram van het woord "code"?
Het bedrijf was gevestigd in een industriegebied in Bagsværd, ruim tien kilometer ten noorden van Kopenhagen.
Het Cedo-slot was volgens Ernest Wolf het enige product dat in deze fabriek werd gemaakt. Eigenaar was
Hans-Peter Sørensen met wie Wolf in 1965 in contact kwam. Hieruit ontstond het importeurschap voor de
Amerikaanse markt. Het contact duurde tot 1987 toen de Cedo-fabriek werd opgeheven, details hieromtrent zijn niet
bekend.
Octrooien
Het Cedo-slot baseert op een aantal octrooien,
hoofdzakelijk uit de jaren 50 tot 70, aangevraagd in Denemarken, de VS en een aantal andere landen.
Het oudste octrooi dat gezien de bijbehorende tekeningen een eerste aanzet voor het Cedo-slot lijkt, is een
Deens octrooi van Christian Albert Nørremark, aangevraagd op 26 oktober 1945. In 1950 volgt een
octrooiaanvraag van de firma A/S Dansk Cykleværk "Grand" die al meer overeenkomsten met het
Cedo-slot vertoont. Opbouwend op dit octrooi volgt in 1954 het Deense octrooi nr. 82103 op naam van
fabrikant Christen Christensen uit Kopenhagen, waarin heel duidelijk het principe van het Cedo-slot te
herkennen is.
Op 3 juli 1961 wordt een Deens octrooi aangevraagd dat volgens de
tekeningen overeenkomt met het Cedo-slot dat enkele maanden eerder in Nederland op de markt kwam. In het
octrooischrift wordt gerefereerd aan het octrooi uit 1954, maar ook aan dat van de Nederlandse firma Van
Mouwerik & Bal voor het bekende telefoonslot uit 1919. Aanvrager is de Deense slotenfabrikant Basta
Låsefabrik A/S uit Kopenhagen, terwijl voor hetzelfde octrooi bij de aanvraag voor Zwitserland in 1962
Christian Albert Nørremark als uitvinder wordt vermeld, die kennelijk voor Basta werkte.
Slotenfabrikant Basta, opgericht in 1936, is in Nederland geen onbekende. In
de jaren 50 bracht Basta hier een combinatie-ringslot op de markt met zes pinnen die uitgetrokken dan
wel ingeduwd moesten worden. Het huis daarvan is bijna identiek aan dat van het Cedo-slot en heeft ook
dezelfde afmetingen. Of ook het mechaniek in dit slot overeenkomsten vertoont met het Cedo-slot is mij niet
bekend.
Eind 1968 volgde weer een verbetering aan het Cedo-slot. De Deense
octrooiaanvraag staat op naam van ene Poul Martins uit Kopenhagen. In 1969 volgde de bijbehorende
octrooiaanvraag voor de VS (Amerikaans octrooinummer 3602021).
|
|
|
links: tekening uit het Amerikaanse octrooi 3602021
rechts: binnenwerk van een Cedo-slot (foto: H. Kuner)
|
|
In dezelfde tijd werd het Cedo-slot door Basta onder
de naam Basta Automatic op de Amerikaanse markt geïntroduceerd. Ter herinnering: Ernest Wolf importeerde
toen al het Cedo-slot dat door Sørensen in zijn Cedo-fabriek gemaakt werd.
|
Cedo-fabriek met directeur
Sørensen, ca. jaren 70 (foto: verzameling Ernest Wolf)
|
De verwarring is na opsomming van al deze losse feiten
compleet. Basta en Cedo, twee separate Deense slotenfabrikanten, produceren een identiek slot dat
vooral door Basta(-medewerkers) lijkt te zijn uitgevonden. Nadat het voorlopermodel in de jaren 50 onder
de naam Basta verkocht werd, werd het "echte" Cedo-slot met de schuifknop eerst onder de naam
Cedo op de markt gebracht en pas jaren later ook onder de naam Basta. Het verhaal kan zo eigenlijk niet
kloppen maar om de echte gang van zaken te doorgronden zou onderzoek in Denemarken nodig zijn.
Serienummers
Ten slotte nog iets over de nummers die op de
Cedo-sloten werden ingeslagen. Een deel van de sloten heeft een serienummer van zes cijfers op de zijkant
staan. Vermoedelijk zijn dit de oudere sloten, vanaf de jaren 60. Voor de meeste van deze serienummers is
de bewaard gebleven master code list van toepassing.
|
serienummer Cedo-slot
|
Daarnaast zijn er ook serienummers van een letter en vijf
of zes cijfers. Vaker te zien zijn sloten met een serienummer dat enkel uit twee letters bestaat.
Sloten met dezelfde lettercombinatie zijn ook met dezelfde code te openen. Bij deze sloten staan op de
achterkant cijfers die op kwartaal en jaar van de fabricage slaan, en soms ook een octrooinummer.
|
achterkant Cedo-slot met octrooinummer en bouwjaar "481"
(4e kwartaal 1981)
|
Wie de code van zijn Cedo-slot niet kent en een beetje
handig is kan het slot openen door de lipjes aan de achterkant open te buigen en de achterplaat te demonteren.
Het hart van de mechaniek is nu nog steeds voor een groot deel aan het oog onttrokken, maar met wat proberen
met de schuifknop en goed kijken is de code wel te achterhalen.
|
|
Heeft u aanvullende informatie over Cedo of over het Basta-ringslot? Stuur dan
een e-mail.
Copyright by Herbert Kuner, © 2012 ...
All rights reserved.
Last update: 05-02-2017
|