Jan de Wilde, geboren 1907 in Amsterdam,
groeide op in het rijwielvak. Als jongen van 7 jaar was hij al werkzaam in de rijwielzaak
van zijn vader in Amsterdam. Toen hij 16 jaar oud was kwam De Wilde in dienst bij de
rijwielfabriek Hartog in de Haarlemmerstraat in Amsterdam. Daar leerde hij het framebouwen
en werd hij binnen een paar jaar bedrijfsleider.
Jan de Wilde als knaapje
van 7 voor de winkel van zijn vader
In de vroege jaren dertig verhuisde
Hartog naar Zeist en De Wilde ging mee. Tijdens de crisisjaren in Duitsland nam directeur
T. Hartog bekwame werknemers uit Duitse rijwielfabrieken in dienst. Rond 1934 gaf de heer
Hartog De Wilde het advies om voor zichzelf een rijwielzaak te beginnen.
De Wilde behartigde dit advies en verkocht fietsen met het
fietsmerk Hartog - Zeist. Zijn winkel was gevestigd aan de Oud Arnhemse Bovenweg. De zaak
liep zo goed dat hij een tweede rijwielzaak startte, en wel in Driebergen aan de
Steinlaan. Eind jaren dertig verkocht De Wilde de twee rijwielzaken en verhuisde terug
naar Amsterdam, waar hij zich in 1942 inkocht in de fietsen-moffelinrichting Linco &
Co. die tevens rijwielfabriek was.
De Wilde kocht in 1946 zijn compagnon Van Lienen uit en was
nu eigenaar van de Rijwiel-Fabrieken J. de Wilde, gevestigd in de Govert Flinkstraat 231
te Amsterdam. Daar had De Wilde een dertigtal werknemers in dienst. Wegens ruimtegebrek
verhuisde het bedrijf naar de Gelderschekade 115, waar De Wilde eerst alleen frames
bouwde. Vanaf 1947 werden ook eigen fietsen onder het merk "Straaljager"
verkocht.
Straaljager folder uit
begin jaren 50
Begin jaren vijftig had De Wilde
vijftig mensen in dienst. Omdat het pand aan de Gelderschekade te klein werd liet hij een
nieuwe rijwielfabriek bouwen, deze keer in het vissersdorp Volendam. Hier bouwde De Wilde
vanaf 1952 Straaljager-fietsen, tandems en voor korte tijd ook bromfietsen, alsmede alle
soorten frames voor o.a. grossiers.
De produktie van alleen de frames lag bij ongeveer 25.000
per jaar. De Wilde behoorde nu tot de grote rijwielfabrieken cq. framebouwers van
Nederland. De tandems (tweepersoons tot en met zespersoons) werden veel naar de VS
geëxporteerd, dit onder het merk Thunderjet Cycleworks - Volendam/Holland. Ook Indonesië
was een belangrijk exportland.
"Thunderjet"
quintuplet
De Straaljager-fietsen werden tot 1958
geproduceerd. Toen specialiseerde men zich weer uitsluitend op de rijwielframebouwerij.
Het bedrijf groeide en had inmiddels 80 mensen in dienst. Als exportlanden kwamen in het
vervolg steeds meer Duitsland en Frankrijk in beeld.
Ook de twee zonen van De Wilde waren werkzaam in het
bedrijf. De jongste, Herman de Wilde, was begin jaren zestig bedrijfsleider. Volkomen
onverwacht overleed hij echter in 1963 op 28 jarige leeftijd.
Als nieuwe bedrijfsleider werd in 1963 of 1964 de heer
Visser in dienst genomen, een bekend vakman uit de rijwielbranche. Visser was jarenlang
bedrijfsleider bij rijwielfabriek De Locomotief geweest, waar hij vanaf de jaren twintig
tot 1953 werkzaam was, en was daarna bij Juncker in Apeldoorn in een leidende functie
werkzaam geweest. Hij moderniseerde de rijwielfabriek De Wilde op grote schaal een bleef
tot 1977 de rechter hand van de directeur.
In 1968 nam De Wilde de wegens faillissement in 1967
gesloten rijwielfabriek Veeno over. Onder deze naam en onder de
namen Veenolite, Tors en Vedra bracht De Wilde later in de jaren zeventig weer eigen
fietsen inclusief tandems op de markt. Voor de export naar met name Duitsland werden de
merknamen Straaljager en Rocket gebruikt.
Voorlopig bleef men vooral gespecialiseerd in de framebouw.
Naast Servellen/DCR, Benzo en Velenzo waren onder de klanten in de jaren zeventig ook veel
grossiers met merken zoals General All-Steel, Armeevo, Royal Granada, Bel-Air, Holland
Sport, IJsselmeer, Rezo of Olympic.
In 1970 werd J. de Wilde ziek en ging de oudste zoon Willem
het bedrijf leiden. Deze besloot het gehele bedrijf te verhuizen naar Nieuwe Niedorp. Hier
had De Wilde al eind 1962 een failliete rijwielfabriek als tweede fabriek bij gekocht, die
jarenlang frames bij De Wilde had gekocht en het merk Havrelux had gevoerd.
Op 6 maart 1973 overleed oprichter Jan de Wilde. Zoon Willem
had nu de algehele leiding over de onderneming. Omdat door de dollar-crisis een deel van
de export was weggevallen, wilde hij het bedrijf reorganiseren en van gespecialiseerde
framebouwer weer tot complete rijwielfabriek maken. In 1974 werd de bedrijfsnaam gewijzigd
in Rijwielfabriek Veeno De Wilde B.V. |
In deze
periode had de fabriek een jaarcapaciteit van 80.000 tot 100.000 frames inclusief 25.000
tot 30.000 fietsen en produceerde voor één derde voor de export. Het bedrijf was modern
ingericht, liep uitstekend en had werk in overvloed. Begin 1977 kwam men echter in de
problemen toen de dynamische Willem de Wilde ongeneeslijk ziek werd. Ook de reorganisatie
was toen nog niet helemaal afgerond.
Door het wegvallen van De Wilde was ook meteen de
coördinatie zoek. De bevoorrading van het bedrijf met zijn driehonderd leveranciers was
een ingewikkelde en gevoelige zaak. Al gauw ging de voorraadpositie mankementen vertonen.
Daardoor konden fietsen niet meer compleet worden gemaakt, liepen de leveranties spaak en
kwam de liquiditeitspositie van het bedrijf in gevaar. De leveranciers, gealarmeerd door
geruchten over de ernstige ziekte van de directeur, draaiden de kredietkranen dicht. Zo
kwam de fabriek in een vicieuze cirkel terecht. Hoe tragisch de situatie was drukte
directeur De Wilde vanuit het ziekenbed als volgt uit: "Als het aan mij lag, zou ik
zo naar de fabriek gaan. Met behulp van een paar telefoons en de telex zou ik de zaak zo
weer aan het draaien hebben. Maar dat kan nu eenmaal niet."
In september 1977 ging rijwielfabriek De Wilde failliet,
vlak voor het overlijden van de bijna 45 jaar oude Willem de Wilde op 4 november
1977. In het vervolg werd getracht in Nederland of Duitsland een nieuwe eigenaar voor de
onderneming te vinden, echter zonder succes.
Uiteindelijk werd het bedrijf in zijn geheel verkocht aan
rijwielgrossier Smits uit Capelle a/d IJssel, die de rijwielfabriek Veeno De Wilde B.V. in
mei 1978 ging veilen.
Het definitieve slotstuk van de geschiedenis
van De Wilde was de sloop van de fabrieksgebouwen in Nieuwe Niedorp eind
maart 2006. |
De informatie over Rijwielfabriek De
Wilde is afkomstig van Jan de Wilde, de kleinzoon van de oprichter. Hij
is op zoek naar fietsen van de merken Straaljager, Rocket, Havrelux en
het sportfietsmerk Veenolite. Tevens zoekt hij transfers van deze merken,
oude fakturen, reclameartikelen en alle informatie omtrent Rijwielfabriek Veeno De Wilde
B.V., laatst gevestigd Westerweg 15 in Nieuwe Niedorp. |