Op de hier weergegeven foto zien we een racefiets die tegen een muur aanleunt. Het merk is niet te herkennen,
de uitrusting is sober: een echte racer met vernikkeld racestuur en toeclips, zonder spatborden, kettingscherm,
bel of andere overbodige accessoires, alleen een terugtraprem en elegante vleugelmoeren op de wielassen.
Helemaal in de stijl zoals die ook nu anno 2016 weer in de mode is.
Maar wie heeft deze fiets zo toegetakeld? De banden zijn leeg, de voorvork is naar achteren gedraaid
zodat er niet op te fietsen is, de ketting ligt eraf, de linker crankspie is half eruit geslagen waardoor de
twee cranks ten opzicht van elkaar verdraaid zijn en vooral: de zadelbuis mist. Van een ongeluk kan geen sprake
zijn, deze fiets is doelbewust onklaar gemaakt. Ten slotte valt nog op dat er een kaartje aan het stuur hangt.
Het verhaal achter deze mysterieuze fiets begint op donderdagmiddag, 28 november
1929. J. Kreuning, een 51-jarige geldloper van de Nationale Bank in Hilversum, fietste toen op het fietspad
naast de Bussummergrintweg die langs het Spanderswoud tussen Hilversum en Bussum loopt. Daar werd hij ingehaald
door twee mannen van 22 jaar, J. Calis en H.L. van Wijk, beide uit Bussum. Van Wijk trapte en Calis
stond achterop de step van Van Wijk's fiets. Toen ze Kreuning gepasseerd waren sprong Calis af, greep Kreuning
en rukte hem van de fiets. Calis hield de op de grond liggende Kreuning bij zijn keel vast en Van Wijk griste
de aktetas van Kreuning uit een foudraal aan diens fiets. Toen sprongen de twee overvallers weer op de fiets van
Van Wijk en maakten zich uit de voeten nog voordat Kreuning van zijn schrik bijgekomen was of gebruik kon maken
van zijn revolver.
Kreuning alarmeerde uiteindelijk de politie in Hilversum die de zaak hoog opnam.
Het signalement van de daders werd op de radio uitgezonden, een motorbrigade en een hondenbrigade rukten uit en
er werd ondersteuning van de politie in Bussum en van de marechaussee ingeroepen. Tot aan de volgende ochtend
werden de bossen in de omgeving uitgekamd, zonder resultaat. De volgende dag, vrijdag, vond een wandelaar de lege
aktentas van geldloper Kreuning in het Spanderswoud.
 Zondagochtend meldde zich een boswachter die rond de tijd van de overval twee
mannen in de buurt had gezien waarvan hij er één meende te kennen. Het bleek om Calis en Van Wijk te gaan, die
zondagmiddag werden opgepakt en naar Hilversum overgebracht waar ze op het politiebureau door de
boswachter en door Kreuning werden herkend. Ze bleven echter ontkennen er iets mee te maken te hebben. De
vriendin van Van Wijk verschafte hem bovendien een alibi.
Maandag kwam het meisje echter op haar verklaring terug en bekende ze bovendien,
dat de zwager van Van Wijk, L. de Rue, twee weken eerder het plan voor het overval had bedacht en tijdens
de beroving op de uitkijk stond. Alle drie heren waren al eerder met justitie in aanraking geweest. Men deed
huiszoeking maar de buit werd niet gevonden. Van Wijk gaf daarop zijn betrokkenheid toe. Hij had het geld na
de overval aan Calis gegeven en wist verder niet waar de buit gebleven was. De krant "De Banier"
meldde op 5 december verder:
Nadat de commissaris een en
ander had vernomen, ging hem een licht op. Toen hij zondag ten huize van de moeder van C. diens rijwiel in beslag
had genomen, toonde de vrouw zich hierover erg misnoegd. De commissaris meende na het verhoor het rijwiel aan een
nauwgezet onderzoek te moeten onderwerpen, hetwelk tot resultaat had, dat in een der buizen 17 bankbiljetten van
ƒ 10 werden gevonden. Er bevond zich echter nog meer papier in de buis. Het bleek echter niet mogelijk het
er uit te verwijderen, waarom men besloot de buis uit te zagen. Toen kwamen er bankbiljetten van ƒ l00,
ƒ 60, ƒ 40 en ƒ 25 voor den dag, tezamen voor een waarde van ƒ 1375.
Twee maanden later werden Calis
en Van Wijk voor diefstal met geweldpleging veroordeeld tot een celstraf van twee jaar en zes maanden.
|