|
|
|
|
|
|
Oude fietsoctrooien |
|
BSA-octrooi voor een dynamo
|
In Rijswijk bevindt zich het Bureau voor de Industriële Eigendom,
waar ondermeer oude octrooien uit de afgelopen 90 jaar zijn opgeslagen. Een dagje in dit
archief leverde een aantal interessante vondsten op.
De berg oude patenten op fietsgebied is enorm, zeker als je
naast patenten op fietsframes en aandrijfelementen ook accessoires zoals fietsverlichting,
bagagedragers, sloten etc. erbij betrekt. Natuurlijk is het bij al die patenten maar de
vraag, of deze in de praktijk ook daadwerkelijk tot een serieproductie hebben geleid. Maar
los daarvan is het alleen al boeiend om te zien, hoe creatief de constructeurs van vroeger
soms waren. Zo is er een octrooi van BSA (Birmingham) uit 1948 voor een fietsdynamo, die
in het verdikte onderste uiteinde van de binnenbalhoofdbuis is weggestopt. Deze wordt
aangedreven via een wrijvingswieltje dat schuin onder de binnenbalhoofdbuis is gemonteerd
en op de buitenband drukt. Een nadeel van deze constructie is dat het kroonstuk van de
voorvork duidelijk verzwakt wordt.
Naast exotische ideeën kom je in de octrooien uiteraard ook
oude bekenden tegen. Zoals de veiligheidsvoorvork van Fongers met losse staven in het
onderste stuk van de binnenbalhoofdbuis, die een spontane breuk van de vork moeten
voorkomen (octrooiaanvraag in 1923). Of het speciale bandremstuur van Gazelle uit 1921. Of
diverse framevormen zoals de Locomotief "Super de
luxe" met kruisframe (1937) of het Batavus wiegframe (1940). Uit 1940 dateert ook de
kettingkastsluiting waarbij om en om draadlussen in elkaar grijpen en een door deze lussen
gestoken rechte draad de kast gesloten houdt.
In de jaren vijftig produceerde Centro uit Schiedam een
kruisframefiets met als hoofdbuis een koker - tien jaar voor het verschijnen van de
bekende minifietsen van Batavus, Magneet en Sparta met een qua
vormgeving vergelijkbaar frame. Alleen de productiewijze was verschillend: het
Centro-frame was van aluminium gegoten, de jaren zestig modellen waren van plaatstaal. De
Centro is gebaseerd op een Duits octrooi van H. Klaue uit 1951.
|
Centro-fiets (1956)
|
Een boeiende
vondst is ook het octrooi voor een "inrichting voor het ondersteunen van een zadel op
een rijwiel" op naam van W. van Tooren uit Den Haag, aangevraagd in oktober 1949. Het
gaat daarbij om de prototype-versie van wat in 1953 als de Simplex
zweeffiets op de markt zou komen. Simplex heeft het idee kennelijk van Van Tooren
gekocht dan wel licentierechten verkregen. |
zweeffiets-ontwerp van
Van Tooren (1949)
|
Soms is in
de octrooien terug te vinden, welke vraagstukken in welke periode speelden. De talrijke
octrooien voor belastingplaathouders komen uiteraard alleen in de periode voor toen in
Nederland rijwielbelasting werd geheven (vanaf 1924). Eind jaren dertig waren er diverse
octrooien voor het geleiden van het verlichtingssnoertje binnenin het frame
naar achteren, dit in verband met de sind 1-1-1938 geldende verplichting
om op een fiets een elektrisch achterlicht te voeren. Interessant
zijn ook de octrooien voor naafdynamo's: Sturmey-Archer zorgde met de patentaanvraag voor
de Dynohub in 1937 voor een kleine golf van naafdynamo-octrooien die tot in de jaren
vijftig duurde, waaronder ook octrooien van Philips (1948 en 1950) en een octrooi van
Fichtel & Sachs (1956).
Het is ten slotte opvallend hoe veel patenten op naam van
Fichtel & Sachs staan. Niet dat F&S zo veel heeft uitgevonden, maar elk detail en
elke mogelijke variatie van de bekende F&S-terugtrapremnaven werden gepatenteerd,
kennelijk met de bedoeling om de concurrentie op afstand te houden.
Dit waren wat "highlights" uit de oogst van het
min of meer op toeval spitten in octrooien uit de tijd tot begin jaren zestig. Er valt
zeker nog veel meer te ontdekken in Rijswijk. |
Copyright by
Herbert Kuner, © 2002 ...
All rights reserved.
Last update: 12-02-2005
|