|
Moeilijke jaren zeventig en tachtig
Eind jaren zeventig steeg de jaarproductie van Union boven de 200.000 fietsen. Maar het ging niet goed met het bedrijf.
Union had problemen met het CBR, en het had problemen met de eigen directie.
Het CBR (Centraal Bureau voor de Rijwielhandel) was een
kartel, dat decennialang de hele Nederlandse rijwielbranche van fabrikant tot
rijwielhandelaar domineerde. Er werden bindende afspraken gemaakt, niet alleen over
prijzen maar ook over wie wat mocht en wat niet. Leveringen aan niet-CBR-leden waren uit
den boze. Union legde deze regels eind jaren zeventig herhaaldelijk naast zich neer.
Union-fietsen doken ineens voor een lagere prijs bij ketens zoals de Makro en V & D op, en de
Union-dealers voelden zich gedupeerd. Uiteindelijk stapte Union uit het CBR en kwam
vervolgens in de problemen, omdat het door de branche geboycot werd. Op de rand van de
financiële afgrond kroop Union met een nieuwe leiding aan de top weer onder het dak van
het CBR. De reputatie van Union bij de rijwielhandel was daarna voor lange tijd aangetast.
De jaren zeventig en tachtig waren voor veel fietsfabrieken
een moeilijke periode. Ook Union boekte zware verliezen, maar het bleef overeind. Wat
bleek? Twee directieleden hadden zich verrijkt door op illegale wijze geld uit het bedrijf
te sluizen. Maar als een kat met zeven levens overleefde Union ook deze moeilijke jaren.
De "Volkskrant" vatte deze periode bij Union in
een artikel van 10 september 1999 als volgt samen:
|
Het Union-dossier is dik en staat vol
verhalen over ellende, directiewisselingen, reorganisaties, dumpingpraktijken, mislukte
fusies, surséance van betaling, managers zonder visie en een verziekte sfeer op de
werkvloer. |
Union hield de traditie
van ongewenste doorlevering overigens nog langer overeind: geen ander Nederlands A-merk
heeft door de jaren heen zo veel fietsen aan het "grijze kanaal" (zoals
warenhuizen) geleverd. In september 2001 spande retailorganisatie Euretco een rechtszaak
tegen Union aan, omdat Union fietsen met Euretco-specificatie voor een lage prijs aan
fietswinkelketen Megabike geleverd zou hebben. Uitslag: Euretco mocht de beslaglegging op
uitstaande betalingen aan Union ter waarde van 790.000 gulden handhaven en de
Euretco-directeur mocht openlijk blijven beweren dat Union een "onbetrouwbare
partner" is.
Van hand
tot hand tot Winning Wheels
In de jaren negentig kwakkelde Union verder. Het bedrijf werd meerdere keren aan nieuwe
eigenaren doorverkocht en boekte ook nu veelal rode cijfers.
In 1997 werd Rob van der Linden, eigenaar van de
handelsonderneming Koch Kleeberg BV, grootste aandeelhouder van Union. Daarmee werd Union
deel van Van der Lindens Winning Wheels holding, waarin diverse bedrijven uit de
tweewielerbranche zitten. Onder zijn leiding werd bij Union een nieuwe koers ingeslagen.
|
Fraaie advertentie waarmee Union in 2001 paginagroot
adverteerde. Huiselijk en stijlvol, maar wat voor product wordt hier toch aangeprezen en
door wie? |
Imagoprobleem,
vernieuwing, faillissement, doorstart
Aan het merk Union kleeft vanouds het imago een "plattelandsfiets" te zijn. Het wordt
veel op het platteland verkocht en kampt met een saaie uitstraling. Een imago zoals
Gazelle of Batavus dat hebben zit er voor Union niet in, misschien ook omdat Union in
omvang maar een kwart van deze bedrijven uitmaakt.
Daarom werden onder de leiding van Van der Linden de dure
modellen uit het assortiment gehaald en onderging Union tegelijkertijd een facelift. Union
kreeg een chiquer imago aangemeten, met als doelgroep het koopkrachtige publiek boven de
veertig jaar. De ontwikkeling van het aansprekende "double easy"-frame, een
nieuwe variant op de kruisframe-fiets, zorgde in de jaren 90 voor een onderscheidend
vermogen van Union in het segment stadsfietsen.
Maar het mocht allemaal niet baten. In tegenstelling tot het
nieuwe imago was de fabriek in Nieuwleusen sterk verouderd. Tot woede van het personeel
kondigde Van der Linden in september 2001 aan dat de productiefaciliteit in Overijssel gesloten en naar de
bulkfietsenfabrikant United Bicycles in Maasmechelen (België) overgeheveld zou worden.
Wie zijn baan wilde houden mocht de 300 km meeverhuizen. Ruim een maand later zag
United Bicycles echter om financiële redenen af van dit plan. Daarna bod Union zichzelf
nog bij Accel/Batavus in Heerenveen aan - zonder succes. Vervolgens werd door een van de
leveranciers voor Union faillissement aangevraagd. Dit mondde op 1 november uit in uitstel
van betaling en het instellen van een bewindvoerder op de plaats van Van der Linden. Op 20
november werd het faillissement alsnog een feit.
Voor de overname van (delen van) Union waren er een handvol
kandidaten. Uiteindelijk viel de verrassende keuze van de curator op de sociale
werkvoorziening Larcom uit Ommen, die al vele jaren assemblagewerk voor Union deed en een
grote crediteur van Union was. Larcom maakte met Union een doorstart, waarbij éénderde
van de oude Union-werknemers werd overgenomen.
2003: De productie
van Union verhuist naar een ander,
moderner gebouw in Nieuwleusen. Union probeert zich te profileren door -
anders dan de concurrenten - fietsen volgens de individuele wensen van de
klant samen te stellen. Voor de productie blijkt dat een grote uitdaging te
zijn, voor de verkoopcijfers levert het geen stijging op.
2005: Union, dat
qua marktaandeel al jaren kwakkelt, wordt door Larcom verkocht aan Dutch Bicycle Group (DBG) uit Schiedam,
een fabrikant van B-merkfietsen voor ondermeer bouwmarkten en winkelketens. Alleen de
productie blijft voorlopig via een driejarig contract in handen van Larcom
in Nieuwleusen. De verkoop vindt niet langer plaats via een eigen
dealernetwerk maar via twee geselecteerde kanalen, waarvan één Halfords is.
Feitelijk is dit het einde van Union als
fietsfabrikant.
|
|